08 november 2013

Jan Terlouws' boosheid

Op weg naar Luxemburg las ik een exemplaar van de Elsevier zoals ik die altijd van mijn buurvrouw krijg. Oude tijdschriften; de hier genoemde dateerde van december 2012 maar deed aan actualiteitswaarde niets af. De boodschap van Terlouw was zo indringend dat ik het interview met hem twee maal achtereen heb gelezen.
Een carrière die enigszins geleek op die van Frits Bolkestein: eerst in de Bèta wetenschap (hij was kernfysicus en werkte aan kernfusie) en daarna de politiek in (D66), tevens was hij schrijver, in zijn geval van kinderboeken terwijl Bolkestein vooral over de politiek schreef. Een drietal van Terlouws' boeken zijn zelfs verfilmd aldus het interview.
Een jongen van het platteland die meer getroffen wordt door de schoonheid van de natuur dan van de cultuur; een rustige man die aangaf dat hij boos was, iets wat hem vrijwel nooit overkwam kennelijk, want hij was er zelf min of meer verbaasd over.
Een onderdeel van zijn boosheid betreft de houding van de wetenschappers aangaande het overduidelijk uitwonen van de aarde (de uitdrukking "uitwonen" is overigens van mijn hand). Het deed mij denken aan de boodschap die wetenschappers de wereld inzonden na de ontdekking van de kernenergie; de mogelijkheid van kernbommen en de onwaarschijnlijke vernietigingskracht daarvan deed de wetenschappers collectief in de pen klimmen met een waarschuwing om deze doos van Pandora gesloten te houden. De politiek heeft zich daar weinig aan gelegen laten liggen maar tot heden is een grootschalige nucleaire oorlog gelukkig wel uitgebleven. Anders zit het natuurlijk met de omgang met "Moeder Aarde". Sinds het begin van de industriële revolutie zijn we langzaam maar zeker de aarde zodanig aan het exploiteren dat het systeem het niet meer kan dragen. Wanneer je over straat loopt dan kan je zelfs in het lommerrijke Bilthoven de stank van het verkeer niet meer ontgaan; kijk eens naar de vuiligheid die in China de atmosfeer verpest; en we vinden het volstrekt normaal: "tja, dat hoort er bij!". De vruchtbare gronden worden tot de uiterste productiviteit gedwongen door toepassing van kunstmest en zogenaamde gewasbeschermers; bovengrondse en ondergrondse ecosystemen staan op instorten. Daar doelt Jan natuurlijk op wanneer hij zegt dat oogsten mislukken door wangebruik. Mijn interesse in landbouw en biologie hebben mij tot exact deze conclusie gebracht.
Aan de andere kant constateert Jan Terlouw ook dat de mens net als andere (dier)soorten genetisch of anderszins niet is ingericht om 30 jaar, laat staan langer, vooruit te kijken en beslissingen daarop te baseren. Misschien maar goed ook, maar Jan wordt er terecht boos om en ik, met mijn wat meer flegmatiek karakter schrijf mijn dagelijkse Bloggies, maar ben er niet minder verontrust over.

Geen opmerkingen: